Matthias Claudius
Matthias Claudius is bekend door Der Mond ist aufgegangen, dat in vertaling (De maan is opgekomen) nog steeds gezongen wordt in Nederlandse kerken. Maar anders dan zijn tijdgenoot Goethe deed Claudius wel eens iets geks. Dat werd al gesignaleerd door de Nederlandse dichter Hendrik Tollens, die in 1832 vertalingen van Claudius’ gedichten publiceerde: Hij is zonderling en eenig, zoowel in zijn zeggen als in zijn zien. Somtijds schijnt zijne verhevenste gedachte een kinderlijke inval te wezen; en (schoon ik hem daarom niet hooger schat) hij schijnt zich om kunstwet noch overeenkomst te bekreunen. (Hendrik Tollens, Liedjes van Matthias Claudius. In Gezamenlijke dichtwerken VII-IX, Berigt voor den eersten en tweeden druk). Beethoven vond het gedicht blijkbaar leuk, want hij heeft het getoonzet (Op. 52, nr. 1).
Het oorspronkelijke gedicht is getiteld Urians Reise um die Welt, mit Anmerkungen en werd gepubliceerd in 1786. Met Urian wordt hier niet de duivel bedoeld, maar “Ur-Jan”, een soort prototype van de mens. De mens die volgens het gedicht overal ter wereld in wezen dezelfde is met dezelfde gebreken. Ik heb enkele details vernederlandst en Urian vertaald met Jurriaan, net als Hendrik Tollens in zijn vertaling Jurriaans reize rondom de wereld. Met aanmerkingen. Een stijlproefje van het refrein bij Tollens:
ALLEN.
Daar hebt gij kloekmoedig en wel aan gedaan;
Vertel van uw reizen, verhaal, Jurriaan!
De Duitse tekst is afkomstig uit Matthias Claudius, Ausgewählte Werke, herausgegeben von Walter Münz, pp. 224-227, Reclam, Stuttgart, 1990.
Afbeelding: Völkertafel (volkerenpaneel), een olieverfschilderij van een onbekende kunstenaar, gemaakt begin achttiende eeuw in de Oostenrijkse provincie Stiermarken. Het geeft een overzicht van Europese volkeren met een opsomming van hun vermeende eigenschappen. Nederlanders zijn er gelukkig niet bij.