De burggraaf



Ferdinand von Saar

Der Burggraf, De burggraaf, geschreven in 1901, houdt het midden tussen een novelle en een autobiografische schets. De ikfiguur is net als Ferdinand von Saar zelf een schrijver die vroeger officier was in het leger. In veel van de 32 novellen is de hoofdpersoon van adel, wat niet verwonderlijk is in een land als Oostenrijk-Hongarije, waar de adel een belangrijke politieke en sociale rol speelde. Maar binnen de adel waren er grote verschillen. De grootvader van Saar was een ambtenaar die in de adelstand verheven werd en die nieuwe adel stond niet hoog in aanzien bij de vertegenwoordigers van de oude adel. Over een van die laatsten gaat deze novelle. Het is een graaf die door zijn verspilling en drankzucht verarmd en verloederd is, maar zijn hoogmoed en pretenties heeft bewaard. De adellijke titel “burggraaf” is hier ironisch bedoeld, want de verarmde graaf woont in een tot huurkazerne omgebouwde fabriek, die iets heeft van een burcht.

Foto: Moriz Jung: Beim Heurigen (café waar jonge, ongebottelde wijn gedronken wordt), 1911.

De burggraaf